Historie

by | 12 juli 2017 | Archief

’t Groene Sticht begint in 1996 met een droom van Ab Harrewijn. Hij is politicus en oud-dominee en heeft een totaal nieuwe kijk op de opvang van dak- en thuislozen. Opvang in bestaande wijken levert telkens weerstand op van bewoners. Dat wil Ab voorkomen: “We vestigen ons ergens en zoeken dán geschikte buren, mensen die een positieve kijk hebben op daklozen en liefst nog wat voor ze willen betekenen ook!”

Verschillende partners denken mee over de uitwerking van het idee: o.a. Emmaus Haarzuilens, De Tussenvoorziening, Reinaerde en de NoiZ. In de vinexwijk Leidsche Rijn vinden ze een locatie. Tussen de nieuwbouwhuizen staat een boerderij waarvan de eigenaar zal stoppen met boeren. Zijn grazende koeien zijn er langzaam omgeven door huizen. Het erf van de boerderij moet de plek worden waar de nieuwe mix van bewoners een prettig thuis kan vinden. De boerenfamilie verhuist en Martha – de op-een-na-oudste koe van Nederland – verhuist met hen mee.

De naam van het project is ’t Groene Sticht. Het erf ligt namelijk naast de Groenedijk, een weg met wilgen en een sloot erlangs die leidt naar ’t Sticht, een oude naam voor Utrecht. Een projectleider wordt aangesteld en de architect maakt een eerste ontwerp. Op de tekening staan huur- en koopwoningen, kamers voor jongeren en daklozen en een woongroep. Het ontwerp legt een belangrijk aspect van het project bloot: duurzaamheid. Niet alleen de omgang met elkaar moet duurzaam zijn, maar ook de groene leefomgeving moet goed benut worden. De nadruk ligt daarbij op het hergebruik. Daartoe wordt de boerderij niet gesloopt maar omgebouwd tot een restaurant en komt in de mestsilo een werkplaats voor cursussen en het opknappen van oude meubels. Naast de silo verrijst een winkel voor tweedehands spullen. In de winkel zal het milieupunt batterijen e.d. inzamelen en informatie geven over duurzaamheid. De oude bomen naast de boerderij worden gekoesterd in plaats van gekapt en er wordt een biologische tuin aangelegd. Alle gebouwen zullen de sfeer van de boerderij uitademen, vooral door de houten buitenkant en het water dat er omheen loopt. Maar een eiland zal het niet worden. ’t Groene Sticht wil juist de omgeving laten profiteren en erbij betrekken.

Publiciteit zorgt ervoor dat meer en meer mensen het project omarmen, waaronder de gemeente Utrecht. Subsidies en goedkope leningen helpen het project over hoge, financiële drempels heen. Alle aandacht zorgt er ook voor dat de eerste enthousiastelingen in ’t Groene Sticht willen komen wonen.

De initiatiefnemers houden informatiebijeenkomsten voor toekomstige bewoners en omwonenden. De eerste is op het kale bouwterrein. In gesprekken laten de nieuwkomers blijken hoezeer ze zich betrokken voelen bij het project. Als die gesprekken gevoerd worden, zijn de stallen al gesloopt. Alleen de boerderij staat nog overeind. De aankomende bewoners vormen een woonvereniging. De vereniging gaat op zoek naar meer bewoners die later samen met hen activiteiten kunnen organiseren. Bij de eerste ledenvergadering wordt het nieuwe buurtje in aanbouw bezocht. Wat eerst een maquette was, begint nu gestalte te krijgen.

In 2002 gaat de bouw van start. De eerste paal gaat de grond in. Tijd voor een feestje. Dan wordt de eerste steen gelegd. Tijd voor een groter feest. Toch rust er een schaduw over de dag door het plotseling overlijden van Ab Harrewijn. Bij de steenlegging wordt bekend gemaakt dat de straat naar hem vernoemd wordt. De bouw gaat daarna in volle vaart door. Het boerenerf verandert in een woonwijkje rond een boerderij.

Na lang wachten worden eind 2003 de woningen, het restaurant, de winkel en de silo opgeleverd. Iedereen is druk met klussen en verhuizen. Voor hulp daarbij kun je zo bij de buren aankloppen. Dat schept een band. De goede buren worden al snel noabers genoemd. Later ontstaat daardoor de noaberbar, het maandelijkse buurtcafé.

Dat ’t Groene Sticht geen eiland is, komt al snel tot uiting op de Duurzame Zaterdagen die samen met de Kersentuin en het Duurzaam Huis worden georganiseerd. De buurt presenteert zichzelf aan omwonenden met een rondleiding van de architect, een speurtocht en de eerste opgeknapte meubels uit de silo van de Remake.

Ook de opening op 12, 13 en 14 december 2003 trekt veel mensen van buiten. Nadat burgemeester Annie Brouwer-Korf het officiële gedeelte heeft afgesloten met een druk op de rode knop, wordt er een weekend lang gefeest in en rond een grote tent op het plein. Er wordt van alles georganiseerd. Zo komen er uit het hele land daklozen naar de Ab Harrewijnstraat voor een groot straatvoetbaltoernooi.

De oude boerderij vormt niet alleen een centrale plek in ’t Groene Sticht, maar ook in de wijk. Verstandelijk gehandicapten runnen er een restaurant onder begeleiding van Reinaerde. Een kopje koffie met taart of een complete warme maaltijd is voor restaurant De Hoge Weide geen probleem. Op de bovenverdieping kunnen zalen gehuurd worden.

Voormalig dak- en thuislozen vinden een nieuwe woning in de andere helft van de boerderij. De opvang is er voor en door daklozen zelf, vandaar ook de naam Nachtopvang in Zelfbeheer (NoiZ). De bewoners kiezen voor deze woonvorm, omdat ze op zoek zijn naar rust en zelfstandigheid, zaken die op straat ver te zoeken zijn. Ze zetten een stap op de weg terug naar de samenleving. Met een dak boven hun hoofd en sociale contacten zijn ze geholpen. Ondertussen werken ze in loondienst of in de kringloopwinkel.

Die winkel heet Emmaus Parkwijk. Er werken naast mensen van de NoiZ bewoners van de woongroep. Kleding, meubels, speelgoed, boeken… je kunt het allemaal kopen in de Emmauswinkel. Elke dag staat er een flinke rij voor de winkel opengaat.

’t Groene Sticht is in een paar jaar uitgegroeid tot een levendig buurtje. Buren staan klaar voor elkaar en doen van alles samen. Ze komen elkaar tegen in de gemeenschappelijke tuin, in restaurant De Hoge Weide, op feestjes of bij elkaar thuis. Samen worden allerlei manieren bedacht om nog prettiger samen te leven. Een paar van die activiteiten hebben in korte tijd een vaste plek op de agenda veroverd: het jaarfeest, de kerstmarkt, oudjaar en Koninginnedag.

Om ideeën op te doen bezoeken mensen die een vergelijkbaar ideaal nastreven ‘t Groene Sticht. Eén bezoeker ontbrak nog al die tijd: Ab Harrewijn. Hij heeft in brons een centrale plek gekregen. Zijn droom is werkelijkheid geworden op een plek waar ooit koeien graasden. Op vruchtbare bodem.

Michel de Gruijter, “Op vruchtbare bodem. ’t Groene Sticht: van boerderij tot woonerf”, in: van Annemieke Vink & Albert Hennipman, Op vruchtbare bodem, 38-39 (2005).

Save

Save

Activiteitenagenda

Schrijf je in, voor blogs automatisch in je mailbox

Loading

Archief