“Een woonerf waar plek is voor mensen met verschillende achtergronden, maar zeker ook voor daklozen.
Voor mensen die er uit ideële of praktische motieven voor kiezen én mensen die weinig te kiezen hebben.
Een erf met een sociale functie in de buurt.
Een erf waar wonen en werken nog dicht bij elkaar liggen”
Ab Harrewijn, initiatiefnemer ’t Groene Sticht.
20 jaar ’t Groene Sticht: De uitzondering is in Utrecht de normaal geworden
Op 13 mei 2023 was er op ‘t Groene Sticht in de ochtend een symposium over ’t Groene Sticht, waarbij we samen met bewoners en andere betrokkenen terugblikten en vooruitkeken naar wat het gemengd wonen allemaal heeft betekend en hoe we naar de toekomst kijken?
Sorteer
De sorteerruimte van Emmaus’ kringloopwinkel was omgetoverd tot conferentieoord op locatie. Het is een prachtige lentedag. Al vroeg staat het zweet op het voorhoofd van mening Emmausganger. Niet alleen was het opruimen van alle spullen een flinke klus, ook moest het podium worden opgebouwd en de kringloopmarkt op deze dag opgetuigd, want er moest naast bezinning, ook geld in het laatje komen.
De catering wordt verzorgd door De Hoge Weide, waar allemaal blije gezichten, de medewerkers hadden en zin in het feestje en het bijbehorende gebak. Later zouden zij de lunch en de borrel zorgen.
Jubileumfilm
We startten met een primeur. Bewoner Jelmer de Haas heeft een prachtige jubileumfilm gemaakt met een veelzijdige impressie van de afgelopen 10 jaar.
Klooster
Hoe was het in het begin en hoe is het nu?
Nico Ooms, coördinator van ’t Goene Sticht, vertelde dat twintig jaar geleden het vrij uniek was dat je draagvlak organiseert door bewust te bouwen voor toekomstige bewoners die ervoor kiezen om hier te komen wonen samen met mensen die uit het circuit van dak- en thuisloosheid willen stappen. En wat na twintig jaar zo mooi is dat dit niet meer uniek is, maar dat er veel vaker gebouwd wordt en doelbewust mensen geworven worden en heel goed geïnformeerd zijn in de context waarin ze komen wonen en wat van hen als “goede buur” verwacht wordt. Dat verhaal is hier begonnen. Het lijkt toekomstbestendig. Ab Harrewijn gebruikte altijd de metafoor van het klooster. Daar gingen mensen wonen, deels vanuit een soort roeping of ideaal, maar ook veel mensen vanuit noodzaak. Het gaf een bepaalde structuur, veiligheid en gemeenschap en dat is wat je met elkaar creëert, zei het nu op een seculiere manier. Een plek waar mensen gezien kunnen worden en dat begint met elkaar “gedag zeggen”.
Emmaus en Reinaerde waren vanaf de start partners, omdat dit gedachtegoed ook goed bij ons past. Mensen met een verstandelijke beperking of zonder dak of thuis moeten niet weggestopt worden of op straat zien te overleven, maar maken ook deel uit van onze samenleving. Het onderling samenwerken heeft nog aandacht nodig. En er zijn altijd gezamenlijke activiteiten nodig, want aan inclusie moet je altijd blijven werken.
En is de droom van Ab Harrewijn na 20 jaar bewaarheid? Nico Ooms: “ Jazeker, natuurlijk er kan altijd een tandje bij, maar dat het verhaal verder is gegaan dat zou hij echt mooi gevonden hebben.”
Positief buurschap
Betty Korssen, procesgebegeleider bij diverse gemengd wonenprojecten vanuit de Tussenvoorziening in Utrecht en omgeving is sinds vorig jaar ook bij ’t Groene Sticht actief. Haar opdracht is om in kaart te brengen hoe direct betrokkenen ’t Groene Sticht nu beleven.
Ze presenteerde haar eerste bevindingen en deelde ook alvast wat tips uit.
Allereerst: iedereen ervaart het als fijne woonplek met positieve buurschap.
Dat is bijzonder in een buurt waar mensen met zoveel verschillende achtergronden leven.
Daarnaast zijn mensen altijd op zoek naar wat nodig is en wat werkt en wat wellicht niet meer om je met elkaar te blijven verbinden. Daarbij gaat het over activiteiten die maar terug blijven komen en nieuwe activiteiten die slecht bezocht worden. Bereiken we elkaar nog voldoende?
Quotes
Ik heb een bewoner gesproken, die woont hier via Springplank, en die vertelde: “Ik heb mezelf afgesloten. Ik doe even niks, want er speelt al zoveel bij mij.” Als je niet omkijkt, dan zie je ook niet wat er is. Maar wat hij wel zag was een lange buurman met een bril (= buurman Jan), die iedere keer kwam vertellen welke activiteiten er zijn. Hij zei: “Ik ben nog nooit bij een activiteit geweest, maar ik voelde me gezien.” En daarin ligt een tip. We verwachten altijd wederkerigheid, maar met deze doelgroep is het wellicht niet reëel dat te verwachten en dat iemand wat terug doet. Want hoewel hij niet aan een activiteit deelneemt, is hem wel wat gegeven: hij is gezien. Dus wat je er voor terug krijgt: in zijn hart is hij geraakt.
Een student zei: “Het is zo fijn wonen, want het voelt als een campingwijk. Niet dat mensen hier in hun badjas met een toiletrol onder hun arm rondlopen, maar mensen groeten elkaar meer dan elders en hebben bewust voor deze plek gekozen om te wonen.”
Een andere quote: “De grote activiteiten maken het niet, maar het feit dat mensen die hier wonen contact en verbinding prettig vinden, dat maakt het eigenlijk.”
Wat Betty ook erg opviel was dat veel mensen aangeven, dat ze niet goed weten hoe ’t Groene Sticht werkt. Al zou ik een activiteit willen organiseren, ik zou niet weten hoe dit aan te pakken?
Tips
- Mensen die “niets doen”, zijn wel goede buren. Dus ergens is buurschap en deelnemen aan de community losgezongen. zouden we buurschap niet als uitgangspunt voor het wonen kunnen nemen. Er zijn verwachtingen over de community en de rest organisch kan ontstaan, dan zouden er wellicht minder frustraties zijn.
- En van de mensen die steun nodig hebben – dat zijn de mensen die even een stimulans moeten krijgen – zouden we die een prominentere plek kunnen geven? Doe een ”lange Jan”, door te laten merken dat je hen ziet. Wat je bij andere projecten ziet dat daar maatjes zijn. Wellicht nog een idee voor hier?
- Zet in op verwachtingsmanagement bij de start. Dat je goed geïnformeerd bent als je hier komt wonen. Wie zijn mijn buren?
- Een tip is om de werkgroep “attentie” wordt uitgebreid wordt en die een nieuwe bewoner “volgt” en de wegen kan laten zien hoe we de dingen doen.
- aandacht voor de vraag: wat is laagdrempelig? Wanneer is een activiteit laagdrempelig? Dat wordt door verschillende mensen anders geïnterpreteerd, dus goed om daar nog aandacht voor het hebben. Een voorbeeld: de term “dialoogavond”, dat is niet vrijblijvend er wordt vast heel wat van mij verwacht als deelnemer? Een informatieavond klinkt dan heel anders.
Tot slot spreekt Betty haar vertrouwen uit in del levensvatbaarheid van ’t Groene Sticht voor de toekomst:
“Mijn vriendin heeft een tegeltje in de wc hangen en daar staat op: Alles komt
goed, het is er al!”. En dat voel ik hier, het is er allemaal al!”
Stoel en palet
Als tussendoorje in de ochtend zijn een paar bewoners gevraagd een voorwerp mee te nemen, die voor hen de betekenis van ’t Groene Sticht symboliseert?
Jan heeft zijn tafelstoel meegenomen. Hij heeft die bij Emmaus gekocht, laten oppimpen door Remake met een vrolijke kleur. Samenwerking is belangrijk waardoor er veel ontmoetingen plaatsvinden en de drempels naar elkaar worden verlaagd waardoor je elkaar vaker opzoekt. En de stoel zit nog steeds als gegoten.
Olievlek
Maarten Davelaar, senior-onderzoeker aan de Hogeschool Utrecht, blikt op het jubileum van 10 jaar ’t Groene Sticht en het 10 jaar werken aan de beweging van gemengd wonen. Hoe staan we er nu voor?
Op het jubileum 10 jaar geleden, vroeg oud-wethouder Hans Spekman zich af waarom er niet meer initiatieven zoals ’t Groene Sticht waren gerealiseerd in het land? Die handschoen is toen opgepakt op de wijze waarop Ab Harrewijn het deed als praktisch visionair. Niet teveel praten en beleidsnota’s schrijven, maar de handen uit de mouwen steken en mensen en organisaties bij elkaar brengen en praktisch aan de slag met wonen, werken en ontmoeten.
Waarbij in het denken over burgerschap, kwetsbaarheid moet worden ingegrepen. Burgerschap is nu teveel verbonden met zelfredzaamheid, terwijl dat een fictie is, want iedereen heeft andere mensen nodig.
Gemengd wonen
Gemengd wonen gaat over woonprojecten waar – binnen een georganiseerd verband – verschillende groepen mensen samen wonen, goede buur van elkaar proberen te zijn, contact onderhouden en soms ook gezamenlijk activiteiten ondernemen. Het gaat om mensen die (tijdelijke) ondersteuning of begeleiding nodig hebben én om reguliere huurders (of kopers). Zij zetten zich naar vermogen in voor een goed woonklimaat en geven indien nodig en mogelijk elkaar een steuntje in de rug.
Leergang
Er is de afgelopen jaren samen kennis opgebouwd en er is een uitgebreid netwerk onstaan, werkbezoeken en conferenties georganiseerd en een leergang ontwikkeld, waarbij ervaringskennis belangrijk is: https://www.hu.nl/onderzoek/projecten/gemengd-wonen-lessen-uit-de-praktijk
Stand van zaken
In 10 jaar tijd zijn er tussen de 100 – 150 woonprojecten in meer dan 25 gemeenten in Nederland gerealiseerd. Er is veel variatie in de grootte van het aantal woningen, waarbij het advies is om een schaal van 100 – 150 bewoners aan te houden. De ervaring leert namelijk dat je elkaar wel van gezicht en naam moet kennen, wil je een sociale verband kunnen opbouwen. Het zijn vaak ruime woningen op mooie locaties voor mensen uit de maatschappelijke opvang die weinig te kiezen hebben.
wat gaat er goed?
- heel veel mensen hebben een goed thuis gevonden
- je welkom voelen, er is dagelijks contact met buren, je hoort ergens bij, er is
positieve sociale controle
- passende ondersteuning
- goede buur zijn is heel normaal ondanks de verschillen in achtergronden
- gemengd wonen is echt een beweging geworden
Er is nu ook een nationaal plan dakloosheid met als titel “Eerst een thuis” dat loopt tot 2030. Gemengd wonen heeft hierin een prominente plaats heeft gekregen.
wat kan er beter?
- meer specifiek ontwerpen voor gemengd wonen: met de juiste ruimte voor
ontmoeting
- De rol van bewoners raakt nog wel eens ondergesneeuwd bij de opzet door
wooncooperaties: community-vorming onder bewoners gaat niet vanzelf en er is
soms ondersteuning door community-coaches. Geef bewoners de ruimte om
eigen vorm te ontwikkelen
- meer variatie in grootte en type woningen, ook een combinatie van koop en huur
- meer buurtjes … als ‘t Groene Sticht, want deze buurt is nog steeds uniek.
“Je vergeet soms hoe bijzonder dit buurtje is!”
Slotsom
10 jaar gelden was ’t Groene Sticht nog uniek, nu is Utrecht inmiddels het “Mekka van gemengd wonen” geworden en zijn er in Leidsche Rijn maar liefst vijf gemengd wonenprojecten bijgekomen: Place2BU, Tango, Livin, Mixit en Buur.
De uitzondering is normaal geworden!
De toekomst
Hoe kijken we naar de toekomst en hoe ‘t Groene Sticht en de beweging van gemengd wonen veilig te stellen?
Deze vraag wordt aan het einde van een boeiende ochtend aan een panel voorgelegd, bestaande uit Monique Smit (voorzitter van de woonvereniging van ‘t Groene Sticht), Jorinne Crum (voorzitter Stichtingsbestuur ‘t Groene Sticht), Hans Spekman, Maarten Davelaar en Reijner Jan Spits (Portaal).
Vergrijsd
Monique Smit: de rol van bewoners raakt op ‘t Groene Sticht niet ondergesneeuwd, omdat het deels is geinstitutionaliseerd in maandelijks overleg, en deels door het organiseren van ontmoetingen georganiseerd zodat je elkaar ontmoet, zoals laats het inplanten van groen op ‘t nieuwe plein.
Er is één weeffout in ‘t Groene Sticht: er is geen plek voor jonge gezinnen. Wanneer je in de sociale huurappartementen een gezin begint, dan moet je verhuizen. En oudere bewoners in te ruime (koop)woningen kunnen niet kleiner gaan wonen.
Wat was het mooi geweest als onder de loze daken van beide woonflats woonruimte beschikbaar was voor jonge gezinnen. Nu dreigt ‘t Groene Sticht te vergrijzen.
Norm
Reijnder Jan Spits: Welke lessen trekt Portaal als wooncoopertatie? Door de verdeling in Utrecht van woningtoewijzing in de sociale huursector van 30-70 (dat betekent dat 30 % mensen uit de maatschappelijke opvang en 70% vrij die we werven op basis van idealism, is gemengd wonen niet langer de uitzondering, maar meer de norm. De uitdaging is om deze projecten uit te breiden met woningen voor de middenhuren, koopwoningen en wonen én werken integrereren. Het probleem is dat er haast geen ruimte meer is voor nieuwbouw en bij bestaande bouw is dit niet te realiseren.
Ondersteuning nodig
Maarten Davelaar: waar ik mij zorgen over maak, is dat de belangen van de bewoners ondergesneeuwd worden. We zetten het project neer, en dan loopt de integratie en community wel. Er is ruimte nodig om eigen vorm te vinden, maar ook de nodige ondersteuning van community coaches zoals Betty Corsen. Ziet Portaal ook dit belang? En we kunnen meer gebruik maken van de ervaringen van bestaande projecten bij het starten van de woonverenigingen met jonge bewoners.
Ook kopers
Hans Spekman: De uitbreding is natuurlijk prachtig, maar wat mij blijft steken is dat al deze gemengd wonen initiatieven uitsluitend gericht zijn op de sociale sector. Waar blijft de participatie van de kopers?
De onderkant van samenleving wordt gedwongen gemengd te wonen, maar de kopers blijven buiten schot, terwijl de intolerantie tussen groepen is toegenomen.
Laat ze gedwongen meedoen en dan ervaren wat het hun aan woonplezier op kan leveren. Ab Harrewijn zag ook een opvoedkundige taak, die hierbij goed van pas zou komen. Dan kan de afbrokkelende solidariteit weer hersteld worden.
De enige kans nog voor een dergelijk initiatief is in de laatst geplande wijk nabij Nieuwe Gein, die nog ontwikkeld gaat worden.
Werk aan de winkel
Jorinne Crum: Er is nog genoeg werk aan de winkel. Het samenwerken van de organisaties met werkfuncties heeft nog aandacht nodig.
Cement nodig
Vraag aan Monique Smit: moet het “buurschap” de nieuwe norm worden en de idealen van Ab Harrewijn worden herzien?
Buurschap is de basis, maar intiatieven waarin de verschillende bewoners en werkers elkaar ontmoeten en samen werken zijn ook nodig als cement tussen alle bouwstenen. Zonder deze kruisbestuiving wordt de vruchtbare grond van ‘t Groene Sticht niet optimaal benut. De spanning tussen buurschap en community blijft een vruchtbare om mee te leven en aan te werken.
Dankwoord
Tot slot spreekt René van Bemmel (bewoner eerste uur) namens alle bewoners, werkers en organisaties een dankwoord uit aan Nico Ooms die vanaf het begin de dragende kracht is van ’t Groene Sticht. Hij houdt ervan “zakendoen” conferenties zoals deze te helpen organiseren om het praktisch idealisme van Ab Harrewijn steeds opnieuw handen en voeten te geven. Al meer dan 25 jaar lang. Daarvoor hebben we veel waardering.
René van Bemmel
Je kunt het gehele symposium bekijken en beluisteren via de streaming die geplaatst is op: https://www.landelijkeclientenraad.nl/actueel/volg-online-met-elkaar-nooit-alleen-met-carola-schouten-en-ab-harrewijnprijs